Zoeken

Geef niet op!

Geef niet op!

In 2007 startte een moeder van 4 kinderen met gastouderschap. Aanvankelijk gaf ze haar verdiensten op als bijverdienste in de rubriek ‘Resultaat uit overige werkzaamheden’. In 2010 besloot zij haar inkomen aan te geven als ‘Winst uit onderneming’. Een advies die ik ook al vaak heb gegeven aan ondernemers die niet voldoen aan het urencriterium.

Wanneer ben je ondernemer?

Het ondernemersbegrip voor de inkomstenbelasting is strenger dan het ondernemersbegrip voor de omzetbelasting. Je bent er dus niet met alleen een inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Volgens de wet moet je voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • Er moet sprake zijn van een duurzame organisatie. Onder ‘duurzaam’ wordt meestal verstaan ‘langer dan 6 maanden’
  • Er moet sprake zijn van kapitaal en arbeid. De omvang hiervan is weer afhankelijk van de organisatie.
  • Er moet sprake zijn van deelname aan het economisch verkeer. Dus je moet wel klanten hebben.
  • De organisatie moet gericht zijn op het behalen van winst. Natuurlijk kunnen er aanloopverliezen zijn, maar het uiteindelijke doel moet wel een positief resultaat zijn.

Niets geen urencriterium. Deze is alleen nodig om de zelfstandigenaftrek te verkrijgen. Elke ondernemer heeft recht op de MKB-winstvrijstelling. Dus dat is het belang om ‘winst uit onderneming’ te verkiezen boven ‘resultaat uit werkzaamheid’.

Beleid voor gastouders

In een Besluit (BNB 2003/166) heeft de staatssecretaris beleid gemaakt wanneer een gastouder nu als ondernemer worden gezien en wanneer niet. Een Besluit is niets anders dan een zienswijze van het ministerie op regelgeving. Je kan een Besluit dus aanvechten als jij de wetgeving anders interpreteert. Zo nam deze gastouder ook geen genoegen met het besluit van de Belastingdienst om haar ondernemerschap voor de inkomstenbelasting te ontnemen voor 2011 en latere jaren. Zij gaf niet op en stapte naar de rechter!

Hoe toetst de rechter?

De belastingrechter in Nederland is lijdelijk. Dit houdt in dat jij zelf de informatie moet aandragen, waarop de rechter toetst. Het is aan te raden hiervoor een fiscaal jurist in de arm te nemen, maar je bent dit niet verplicht.

Deze gastouder heeft een fiscaal jurist in de arm genomen en de procedure gewonnen! Daarmee behoudt zij het recht op zelfstandigen- en startersaftrek en kan zij ook de MKB-winstvrijstelling claimen. Dit scheelt al gauw tenminste € 4.000 per jaar.

Wat als je geen gastouder bent, maar wel het ondernemerschap wenst?

Helaas is er geen pasklaar antwoord voorhanden. Elke situatie staat op zich. Toch is het mogelijk uitspraken op dit terrein goed te bestuderen en jouw situatie hierop in te richten. De rechter heeft in de casus van de gastouder vastgesteld dat er sprake is van continuïteit (dus duurzaam), de werkzaamheden hebben voldoende omvang en er is sprake van ondernemers- en debiteurenrisico. Dat de gastouder relatief weinig investeringen heeft gepleegd doet hieraan niet af. Dat de klanten slechts afkomstig zijn van één gastouderbureau is ook niet erg. Zij acht aannemelijk dat het bureau enkel wordt ingeschakeld voor de facturering en voor het toezicht op de veiligheidsvoorschriften, omdat dit wettelijk is vereist. Verder wordt er weinig aan acquisitie gedaan. De opbrengsten waren in totaal € 13.500. De rechtbank vond dat voldoende om tot ondernemerschap te komen.